Bijlage I
- Toon relaties in LiDO
- juridische informatie weergeven
- geen andere versie
- print controle gedeelte
- besturingscomponent opslaan
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
vermeld in de instructiesParagraaf 2.3
Schalen met uitgangspunten, interpretaties, voorwaarden en details
1. Persoonlijk
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
Leeftijdsgroep jonger dan 65 jaar | Percentage van de pensioengrondslag (doelopbouw van 2,25% per jaar bij dienst middelloonregime) | |||
---|---|---|---|---|
OP | OP en uitgestelde opbouw PP | UP en PP met directe toegang tot werk | OP en PP direct toegankelijk | |
15 en 19 | 5,2 | 6,3 | 7,2 | 7,6 |
20 op 24 | 5,9 | 7,2 | 8,2 | 9,0 |
25 tot 29 | 7,2 | 8,8 | 9,9 | 10,8 |
30 tot 34 | 8,8 | 10,7 | 12,0 | 12,7 |
35 tot 39 | 10,8 | 13,0 | 14,4 | 15,2 |
40 tot 44 | 13,1 | 15,9 | 17,5 | 18,3 |
45 tot 49 | 16,1 | 19,5 | 21,1 | 22,1 |
50 tot 54 | 19,7 | 24,0 | 25,6 | 26,6 |
55 tot 59 | 24,4 | 29,7 | 31,0 | 32,0 |
60 tot 64 | 30,5 | 37,2 | 37,9 | 38,3 |
Leeftijdsgroep jonger dan 65 jaar | Percentage van de pensioengrondslag (doelopbouw van 2,05% per jaar bij dienst middelloonregime) | |||
---|---|---|---|---|
OP | OP en uitgestelde opbouw PP | UP en PP met directe toegang tot werk | OP en PP direct toegankelijk | |
15 en 19 | 4,7 | 5,7 | 6,6 | 6,9 |
20 op 24 | 5,4 | 6,6 | 7,5 | 8,2 |
25 tot 29 | 6,6 | 8,0 | 9,0 | 9,9 |
30 tot 34 | 8,0 | 9,7 | 10,9 | 11,6 |
35 tot 39 | 9,8 | 11,9 | 13,2 | 13,9 |
40 tot 44 | 12,0 | 14,5 | 15,9 | 16,7 |
45 tot 49 | 14,6 | 17,8 | 19,2 | 20,1 |
50 tot 54 | 18,0 | 21,8 | 23,3 | 24,3 |
55 tot 59 | 22,3 | 27,1 | 28,3 | 29,1 |
60 tot 64 | 27,8 | 33,9 | 34,5 | 34,9 |
Leeftijdsgroep jonger dan 65 jaar | Percentage van de pensioengrondslag (doelopbouw van 2,15% per jaar bij dienst middelloonregime) | |||
---|---|---|---|---|
OP | OP en uitgestelde opbouw PP | UP en PP met directe toegang tot werk | OP en PP direct toegankelijk | |
15 en 19 | 5,0 | 6,0 | 6,9 | 7,3 |
20 op 24 | 5,7 | 6,9 | 7,9 | 8,6 |
25 tot 29 | 6,9 | 8,4 | 9,5 | 10,4 |
30 tot 34 | 8,4 | 10,2 | 11,4 | 12,2 |
35 tot 39 | 10,3 | 12,5 | 13,8 | 14,5 |
40 tot 44 | 12,6 | 15,2 | 16,7 | 17,5 |
45 tot 49 | 15,3 | 18,6 | 20,2 | 21,1 |
50 tot 54 | 18,9 | 22,9 | 24,4 | 25,5 |
55 tot 59 | 23,3 | 28,4 | 29,7 | 30,6 |
60 tot 64 | 29,2 | 35,6 | 36,2 | 36,6 |
2. Principes
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
De volgende principes zijn van toepassing op schalen:
-
A.De beoordelingsschalen zijn van toepassing op toegezegde pensioenbijdragen en mogelijk verworven PP-rechten (ongeveer 70% van OP). Deze percentages zijn inclusief toeslagen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
-
B.De schaal wordt berekend op basis van de maximale pensioenopbouw volgens het middelloonstelsel. De schaalverdelingen in tabel 1 zijn dan ook bedoeld om te gelden voor de opbouw van dienstjaren tot 2,25% voor het middelloonpakket. Deze schalen zijn dan ook bedoeld om in 35 jaar op te bouwen, zodat het pensioen vergelijkbaar is met dat van een systeem op basis van eindloon. Dit laatste pensioen bedraagt na 35 jaar opbouw maximaal 70% van het laatstverdiende salaris.
-
C.Tabel 2 en 3 zijn proportioneel afgeleid van tabel 1, rekening houdend met afrondingsverschillen. Deze formulieren zijn voor partijen die gebruik maken vanUBLB Artikel 10aaTabel 2 geldt voor opbouw op basis van 2,05% van het middelloon en tabel 3 geldt voor opbouw op basis van 2,15% van het middelloon. Beide opbouwpercentages zijn gebaseerd opUBLB Artikel 10aa.
-
D.De in tabel 1 gehanteerde pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend loon minus een minimale franchise van minimaal 10/7 van de AOW voor gehuwden. Voor tabel 2 en 3 is de gehanteerde grondslag gelijk aan het pensioengevend salaris minus minimaalUBLB Artikel 10aa.Bij de vaststelling van de premies in de laatste drie kolommen van de staffeltabel is er rekening mee gehouden dat de franchise die van toepassing is op het deelnemerspensioen lager is dan het ouderdomspensioen. Het pensioen van het paar wordt namelijk uitgedrukt in een percentage van 70% van het ouderdomspensioen.
-
mi.Premies worden uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag.
-
F.De schaal is gebaseerd op een mannelijke werknemer en een vrouwelijke partner die 3 jaar jonger is dan zij.
-
GRAM.De gebruikte overlevingstafels zijn: GBM/GBV 2000/2005. Leeftijd gecorrigeerd naar: Medewerker -5 en Partner -6.
-
H.Het discontopercentage is 4%.
-
I.De gehanteerde kostenopslag is 10% (factor: 1,1).
-
J.De premievrijstellingstoeslag bij arbeidsongeschiktheid is 8% (factor 100/92).
-
k.De instapleeftijd is niet belangrijk bij het toepassen van de beoordelingsschaal.
-
lag.De premies voor de leeftijdscategorie 15-19 jaar zijn gebaseerd op de leeftijd van 18 jaar die afwijkt van de wettelijke drempel18e lid 3 onderdeel a van de Wet LB.De regel is gebaseerd op de gemiddelde leeftijd van elke klas. De reden voor deze discrepantie is dat in de praktijk de ingangsleeftijd voor een pensioenregeling meestal minimaal 18 jaar is.
3. Gebruiksaanwijzing van de weegschaal
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
-
A.Als de werkgever alleen pensioenen aan werknemers belooft, is de eerste kolom premiepercentages (kolom: OP) van toepassing.
-
B.Als de werkgever heeft afgesproken om de werknemer een pensioen plus een uitgesteld ondernemingspensioen toe te kennen dat in de tijd evenredig opbouwt, wordt de tweede kolom premiepercentages toegepast (kolommen: OP en PP voor uitgestelde opbouw). Het partnerpensioen is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen dat in de tijd naar rato is opgebouwd. Met uitgesteld wordt in dit verband bedoeld dat de partnerpensioenuitkering plaatsvindt op het moment dat de werknemer op of na de pensioendatum overlijdt.
-
C.De derde kolom premiepercentages (kolommen: OP en PP Opgebouwd, met onmiddellijke ingang) is van toepassing op werkgevers die zijn overeengekomen om de werknemer direct en tijdsevenredig opgebouwd pensioen en partnerpensioen te verstrekken van 70% van het ouderdomspensioen. Met "met onmiddellijke ingang" wordt in dit geval bedoeld dat de uitbetaling van het partnerpensioen ingaat bij het overlijden van de werknemer, ongeacht wanneer dit is gebeurd.
-
D.De laatste kolom % van premie (kolom: OP en PP direct beschikbaar) is van toepassing als de werkgever heeft toegezegd aan de werknemer naast ouderdomspensioen ook direct partnerpensioen beschikbaar te stellen op de dag van pensionering. In dit geval moet een deel van het partnerpensioen risico verzekerd worden als de werknemer overlijdt voor de pensioendatum. Partijen mogen deze beoordelingsschaal niet gebruiken voor werknemers die niet verzekerd zijn voor een partnerpensioen op risicobasis.
4. Voorwaarden en details
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
-
A.collectief en individueel
Deze schalen zijn collectief en individueel van toepassing.
-
B.prima
Als de AOW-inhouding volledig wordt verwerkt in de berekening van de pensioengrondslag voor structuurloon, mogen partijen het premiepercentage direct toepassen op de incidentele vergoeding. Bij gedeeltelijke behandeling van de franchise moet het nog niet verrekende deel worden verrekend met de opgebouwde pensioenen over het loonbeslag.
-
C.Het partnerpensioen is verzekerd op basis van risico
Als de pensioenverzekeraar de premie risicoverzekering daadwerkelijk in mindering brengt op de ontvangen premie of op de investeringswaarde van de pensioenverzekering, kunnen partijen alleen gebruikmaken van de beschikbare premie in kolom 4 (OP en PP direct toegankelijk). Zo wordt voorkomen dat deze premies worden misbruikt om pensioenuitkeringen op te bouwen. Voor eventuele vergoedingen van ouderdomspensioen is immers alleen het opgebouwde partnerpensioen beschikbaar.
-
D.Vrijstelling premietoeslag bij arbeidsongeschiktheid
In de staffelpremies is een toeslag opgenomen die premievrijstelling geeft bij arbeidsongeschiktheid (zie Deel 2 van deze Bijlage, punt j). Dit doet u door de premie te vermenigvuldigen met 100/92. Partijen kunnen alleen van deze toeslag gebruik maken als de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk is verleend en verzekerd. De pensioenverzekeraar moet de van de invaliditeitspremie vrijgestelde verzekeringspremie effectief in mindering brengen op de ontvangen premie of op de investeringswaarde van de pensioenverzekering. Beide partijen kunnen de opslag dus niet verrekenen met een hoger pensioen of met het partnerpensioen.
-
mi.Tijdelijk arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenpensioen
Een deel kan de premies voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of overgangsuitkeringen voor nabestaanden verhogen. Dus die risico's moeten ze natuurlijk wel verzekeren voor die premies. Geen van beide partijen kan deze risicopremies gebruiken om een hoger ouderdoms- of partnerpensioen te krijgen.
-
F.kosten opslag
Zoals vastgelegd in de uitgangspunten van punt i van deel 2 van deze bijlage is de veronderstelde kostenopslag voor de pensioenregeling 10%. Deze provisieopslag is inbegrepen in het premiepercentage. Ook als de pensioenverzekeraars verschillende kostenopslagen hanteren, kunnen ze ook dezelfde norm hanteren. Indien de werkgever het honorarium geheel of gedeeltelijk anders betaalt dan het honorarium dat via voorgeschreven bijdragen wordt betaald, dienen beide partijen de inschalingspercentages dienovereenkomstig aan te passen.
-
GRAM.Vaste premie(percentage)s
Bij een beschikbare premieregeling kunnen de bijdragen van alle medewerkers worden uitgedrukt in een vast bedrag of een vast percentage van de pensioengrondslag. Partijen kunnen een vast bedrag of een vast percentage vaststellen op basis van premies voor de leeftijdsgroep 20 t/m 24 jaar. Als de jongste werknemer 25 jaar of ouder is, is de premie maximaal gelijk aan de premie van de leeftijdsgroep waartoe de jongste werknemer behoort.
-
H.overlevingstafel
Schaalberekeningen zijn gebaseerd op recent gepubliceerde GBM/GBV 2000/2005 overlevingstafels met leeftijdsreducties van 5 jaar voor mannen en 6 jaar voor vrouwen. Indien de pensioenverzekeraar een levensverzekeraar is waarvan de pensioenverzekering is gebaseerd op individuele tarieven, kunnen deze waarderingsschalen door partijen worden gebruikt. Onder individuele tarieven wordt in dit geval verstaan: de tarieven die de verzekeraar in individuele gevallen in rekening brengt. Als de pensioenverzekeraar en de werkgever een collectief tarief hebben afgesproken op basis van een lagere sterfte, moet de werkgever het vastgestelde premiepercentage dienovereenkomstig verlagen.
-
I.leeftijd
Pensioenen bouwen evenredig op in de tijd. Partijen mogen de leeftijd van de werknemer aan het einde van de maand gebruiken voor opbouw over de maand en (gedeeltelijke) premies voor de maand.
-
J.Maak ongebruikte premiumruimte goed
Pensioenregelingen kunnen de mogelijkheid bieden om in het volgende jaar de beschikbare premieruimte die in het lopende jaar niet is gebruikt, terug te vorderen. Ongebruikte marge moet worden berekend in euro's. Werkgevers en werknemers kunnen die bijdrage in een volgend jaar alsnog betalen. De werknemer verliest dan eventuele achterstallige premie-inkomsten die in de daaropvolgende jaren hadden kunnen worden gemaakt. Partijen mogen daarom de upgradepremie vermenigvuldigen met een samengestelde factor van 1,04 voor elk jaar tussen het einde van het jaar waarin de upgrade plaatsvindt en het begin van het jaar waarin de upgrade plaatsvindt. HMRC heeft een gids op hun website gepubliceerd voor het aanvullen van ongebruikte premium budgetten. Zie www.belastingdienstpensioensite.nl.
-
k.zelfmanagement
Als het pensioen geheel of gedeeltelijk is verzekerd door een instelling, is de schaal niet of niet automatisch van toepassingArtikel 19a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet LB(Beheer het zelf). Sterker nog, in dat geval is het van toepassingArtikel 10c van de UBLB.dat artikelEr zijn speciale regels voor partnerpensioen e.d. Daarnaast kan intern beheer kostenoverschrijdingen terugdringen. Ook kan er sprake zijn van lagere of geen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. In dit geval moeten beide partijen de premie aanpassen.
-
lag.laag ambitieniveau
Als de deelnemers aan een pensioenregeling afspreken onder het maximale belastingtarief voor middenbezettingsregelingen te komen, moeten zij de premiepercentages voor de staffel dienovereenkomstig verlagen.
Bijlage II
- Toon relaties in LiDO
- juridische informatie weergeven
- geen andere versie
- print controle gedeelte
- besturingscomponent opslaan
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
vermeld in de instructiesParagraaf 3.3
[Reglement vervallen op 01-01-2014]
kapitaal overeenkomst
voorwaarden en bijzonderheden
-
A. pensioen wet
De pensioenregeling is in zekere zin een kapitaalregelingPW-artikelHiervoor kent het regime een bepaling die bepaalt dat het te verzekeren kapitaal een pensioentoezegging is. De pensioenpremies worden bepaald door het verzekeringskapitaal. Bij pensionering gebruikt de gepensioneerde de hoofdsom om pensioenuitkeringen aan te kopen.
-
B.pensioen te verzekeren
-
1.Verzekerd pensioenkapitaal op de pensioendatum tot het benodigd kapitaal voor ouderdomspensioen op basis van 70% van het eindsalaris (inclusief geïncorporeerde AOW) gedurende 35 jaar. Bij de berekening van de pensioenhoofdsom heeft ieder een maximum pensioen van het opgebouwde pensioenloon van het betreffende jaar. Als de hoofdsom stijgt als gevolg van salarisstijgingen, zal dit worden weerspiegeld in toekomstige premies. tegen het principeArtikel 18a lid 3 Wet LBDe structuur komt daarmee overeen met de daadwerkelijke professionele ontwikkeling.
-
2.Partijen gaan bij de berekening van het benodigde kapitaal uit van niet-geïndexeerde pensioenuitkeringen.
-
3.Partijen rekenen rentetarieven op basis van een netto rendement van minimaal 4% na de opnamedatum.
-
4.Partijen beschouwen de deelname in de winst als gecrediteerd. De vaststelling van uitkeringsrechten kan betekenen dat premies moeten worden verlaagd. De premie kan tot nul dalen.
-
5.Indien partijen tegelijkertijd aan de volgende twee voorwaarden voldoen, kan worden afgezien van de verlaging of kwijtschelding van de premie:
-
–In de regeling is opgenomen dat partijen de restwaarde op de pensioendatum zoveel mogelijk zullen gebruiken om de uit te keren pensioenen te indexeren.
-
–Het kapitaal van de verzekering, inclusief de deelname in de reeds geregistreerde winst, is niet hoger dan het kapitaal dat vereist is voor het pensioen met het hoogste belastingtarief. Hiervoor moet het kapitaal jaarlijks door partijen worden aangetoond. Uitgangspunt voor deze toetsing zijn de tarieven van de verzekeraar op de aanslagdatum. Ter bescherming tegen grote schommelingen tijdens de evaluatieperiode kunnen partijen een marktconform tarief van maximaal 6% en een indexpercentage van maximaal 3% hanteren. Indien uit de jaarlijkse berekening blijkt dat de hoofdsom (inclusief de reeds gecrediteerde winstdeling) hoger is dan de berekende koopsom, dienen partijen de verzekerde hoofdsom te verminderen. Dit kan betekenen dat ook in dit geval de premie verlaagd moet worden. HMRC heeft al meerdere jaren op rij voorbeelden van deze beoordeling op haar website geplaatst. Zie www.belastingdienstpensioensite.nl.
-
-
6Als de polis op de opnamedatum ondanks indexatie en/of premieverlaging nog een restwaarde heeft, wordt het eigen risico gebaseerd opArtikel 18a lid 9 Wet LB.
-
-
C.vaste premie
-
1.Partijen kunnen afwijken van het wettelijk uitgangspuntArtikel 18a lid 3 Wet LBEr moet een leeftijdsgebonden premie zijn. Vaste premies zijn bespreekbaar.
-
2.Beide partijen kunnen de vaste premie in de opbouwfase berekenen volgens het geldende premiepercentage van de kapitaalverzekering.
-
-
D.Opbouw partnerpensioen
Partijen kunnen naast opgebouwde pensioenen ook pensioenen voor partners overeenkomen. Zij kunnen dan het op pensioendatum verwachte pensioenkapitaal mede baseren op een pensioen van 49% van het eindsalaris van de partners opgebouwd gedurende 35 jaar (inclusiefAOW).
-
mi.Partnerpensioen op risicobasis
Bij het berekenen van het benodigd kapitaal voor partnerschapspensioen kunnen de onderdelen afwijken van onderdeel b als de werknemer overlijdt voor de pensioendatum. Zij kunnen dan het te verzekeren kapitaal bij overlijden vóór de pensioendatum berekenen op basis van de marktrente voor de partnerlijfrente direct, levenslang, vast en na indexering.